De Sanctiewet 1977 is van groot belang voor financiële instellingen- en dienstverleners die te maken kunnen hebben met (inter)nationale klanten en transacties.
Deze wet vormt namelijk de basis van internationale sanctiemaatregelen en helpt om de (inter)nationale veiligheid en integriteit van de financiële markt te waarborgen.
In dit artikel bespreken we wat de Sanctiewet precies is en inhoudt. Daarnaast kijken we welke verplichtingen (financiële) instellingen vanuit de wet hebben.
Wat is de Sanctiewet 1977?
Met de Sanctiewet 1977 geeft Nederland uitvoering aan internationale normen, wetten en verdragen rondom sancties. Denk hierbij bijvoorbeeld aan EU-verordeningen en resoluties van de VN Veiligheidsraad.
De Sanctiewet stelt dat het verboden is om zaken te doen met gesanctioneerde personen en organisaties. Daarnaast worden bepaalde vormen van handel met gesanctioneerde landen verboden. Wat hierin wel en niet mag, hangt af van de specifieke sancties.
Verder stelt de wet, net als de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), bepaalde eisen aan financiële instellingen rondom het cliëntenonderzoek. Deze eisen hebben als doel om ongewenste handel, witwassen en terrorisme te bestrijden en zo de integriteit en veiligheid te waarborgen.
Door een gedegen cliëntenonderzoek op basis van zowel de Wwft en de Sanctiewet uit te voeren, wordt het risico dat een klant betrokken is bij financieel-economische criminaliteit of op een sanctielijst voorkomt zoveel mogelijk beperkt.
Op wie is de Sanctiewet van toepassing?
De Sanctiewet 1977 geldt voor alle financiële instellingen- en dienstverleners. Deze organisaties vallen over het algemeen ook onder de Wet op het financieel toezicht (Wft) en Wwft. Denk hierbij aan banken, verzekeraars, crypto dienstverleners en pensioenfondsen.
Daarnaast geldt de Sanctiewet ook voor niet-financiële organisaties die in het kader van hun beroepsactiviteiten te maken kunnen krijgen met internationale sancties. Bijvoorbeeld juridische beroepsgroepen, accountants, publiekrechtelijke organisaties en ambtenaren.
Welke eisen stelt de Sanctiewet?
Op basis van de Sanctiewet 1977 moeten financiële instellingen bij het aangaan- en onderhouden van zakelijke relaties controleren of hun (zaken)relaties voorkomen op sanctielijsten. Vrij toegankelijke sanctielijsten van gesanctioneerde organisaties en personen zijn te vinden op de websites van de Rijksoverheid, de Verenigde Naties (VN) en de Europese Unie.
Het toetsen van klanten aan de sanctielijsten is onderdeel van het cliëntenonderzoek, dat vanuit de Wwft verplicht gesteld is. Dit wordt ook wel een ‘sanctiescreening’ genoemd. Om te voldoen aan de Sanctiewet zijn de volgende punten van belang:
- Het controleren of klanten op sanctielijsten voorkomen (sanctiescreening)
- Bij organisaties dienen ook de uiteindelijke belanghebbenden (UBO’s) aan sanctielijsten getoetst te worden
- Bij invoering van nieuwe sancties of sanctiewetgeving moeten klanten aan de hand van deze nieuwe sancties of wetgeving getoetst worden
- Financiële instellingen dienen te controleren of (voorgenomen) transacties betrekking hebben op gesanctioneerde partijen
- Financiële instellingen dienen een melding te maken wanneer er sprake is van (transacties met) een gesanctioneerde partij
Soms kan de naam van een natuurlijke persoon overeenkomen met die van een gesanctioneerd persoon, terwijl het niet dezelfde persoon betreft. Om deze ‘false positives’ eruit te halen, kunnen financiële instellingen ‘witte lijsten’ met false positives bijhouden.
Transacties die de Sanctiewet trachten te omzeilen, dienen ook zoveel mogelijk gedetecteerd te worden. Bewust acties ondernemen om de wet te omzeilen is namelijk ook illegaal op basis van het ‘algemeen omzeilingsverbod’.
Een degelijk intern beleid dat zowel invulling geeft aan de Wwft als de Sanctiewet is essentieel voor financiële instellingen om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen. Zo wordt de integriteit van de instelling en het systeem gewaarborgd.
Geïnteresseerd in het werken met de Sanctiewet 1977? Bekijk onze KYC vacatures!Welke maatregelen kunnen financiële instellingen treffen?
Wanneer een financiële instelling constateert dat een klant of diens relatie voorkomt op één of meer sanctielijsten óf mogelijk op een andere manier betrokken is bij de schending van internationale sancties, moet de instelling passende maatregelen treffen.
Afhankelijk van hoe de sancties (mogelijk) geschonden worden, moet een melding bij de toezichthouder(s) van de Sanctiewet gedaan worden. Zoals eerder besproken is het voor financiële instellingen vanuit de Sanctiewet verboden om zaken te doen met gesanctioneerde partijen. Daarnaast mogen ze ook geen (illegale) transacties met deze partijen faciliteren.
Afhankelijk van de situatie zullen één of meer van de volgende maatregelen direct in werking gezet worden vanuit de financiële instelling bij een gesanctioneerde partij:
- Het bevriezen van tegoeden en activa, bijvoorbeeld door een blokkade van de rekening
- Het verbod om financiële middelen ter beschikking te stellen
- Het verbod of beperking op het verlenen van financiële diensten
Door deze maatregelen in werking te stellen kunnen financiële instellingen voorkomen dat ze (indirect) diensten verlenen aan gesanctioneerde partijen.
Wie houdt toezicht op de Sanctiewet?
Er zijn twee instanties die toezicht houden op de naleving van de Sanctiewet 1977, namelijk De Nederlandse Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Daarnaast speelt ook de Financial Intelligence Unit (FIU) een rol.
Het verschil tussen de twee toezichthouders is dat DNB kijkt naar de implementatie van de wetgeving in het beleid en de maatregelen, waar de AFM toeziet op het daadwerkelijke gedrag ten aanzien van de naleving van de Sanctiewet.
Wanneer een transactie die verband houdt met een gesanctioneerde partij tevens een verdachte transactie omvat moet de transactie bij de FIU gemeld worden. Dit gebeurt in de vorm van een Melding Ongebruikelijke Transactie (MOT).
Taken van De Nederlandsche Bank (DNB)
DNB is verantwoordelijk voor het controleren of financiële instellingen voldoende maatregelen hebben getroffen om financiële sancties na te leven. Zo controleren zij bijvoorbeeld of er een cliëntenonderzoek plaatsvindt, inclusief een sanctiescreening.
Financiële instellingen moeten bij DNB daarnaast een melding maken van betrokkenheid bij (transacties met) gesanctioneerde partijen. Hiervoor dient een digitaal meldformulier via het ‘Digitaal Loket Toezicht’ ingevuld te worden. ‘False positives’ worden niet gemeld.
In het meldformulier wordt alle relevante informatie uitgevraagd, waarna DNB de melding in behandeling neemt. DNB stuurt het overzicht van meldingen naar het Ministerie van Financiën.
Taken van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
De AFM is verantwoordelijk voor toezicht op naleving van de Sanctiewet omtrent het betalingsverkeer. Ook bij de AFM moet een melding gemaakt worden van eventuele betrokkenheid bij (transacties met) gesanctioneerde partijen.
Om een melding in het kader van de Sanctiewet bij de AFM in te dienen, dient een AFM meldformulier ingevuld te worden. Het formulier kan vervolgens per mail ingediend worden.
De gevolgen van het niet naleven van de Sanctiewet
Het niet naleven van de Sanctiewet 1977 is een economisch delict en is strafbaar. Bij ‘non-compliance’ kan een dwangsom of bestuurlijke boete worden opgelegd. Ook is strafrechtelijke vervolging van de rechtspersoon of verantwoordelijke natuurlijke persoon soms mogelijk.
Naast strafrechtelijke consequenties, vormt het niet naleven van de Sanctiewet ook een risico voor de integriteit van de financiële markt en internationale veiligheid. Sancties worden immers opgelegd om de veiligheid te bevorderen.
Het is voor financiële instellingen dus vanuit verschillende oogpunten belangrijk om de wet goed in het beleid op te nemen én na te leven.
Voldoen aan de Sanctiewet met Etage 0
Etage 0 is een detacheringsbureau gespecialiseerd in FEC. Onze professionals werken op (tijdelijke) opdrachtbasis bij gerenommeerde opdrachtgevers zoals ABN Amro, ING, Bank Mendes Gans, Robeco en meer. Bekijk onze KYC vacatures of neem contact op om de mogelijkheden voor jouw organisatie te bespreken.